Vragen door leden van de gemeenteraad (via griffie)

                                                                                     Gemeente Amersfoort

 

 

 

 

 

Vragen

 

2008, nummer 8

 

 

 

                                                                                                                               DOCS.nr. 2652481

__________________________________________________________________________________

 

VRAGEN van de raadsleden R. Smit en H. van Wegen (BPA) inzake procedures bij vergroten vuilstort Smink t.b.v. baggerstort gedaan overeenkomstig artikel 43 van het reglement van orde voor vergaderingen van de gemeenteraad van Amersfoort (SOB, nr. 2639422; ontvangen d.d. 15 januari 2008).

 

ANTWOORD van burgemeester en wethouders (verzonden d.d. 19 februari 2008)

__________________________________________________________________________________

 

 

Inleiding: Twee jaar geleden heeft de raad ingestemd met het voorstel van B en W ten aanzien van de

afhandeling van de baggerstortlocatie Smink. Voor het niet aanleggen van twee baggerputten en het

aankopen van de daarvoor bestemde gronden in Vathorst-West was de gemeente bereid circa 18

miljoen euro aan de firma Smink te betalen.

Voor de firma Smink hield dit in dat het bedrijfsrisico waarbij de hoeveelheid aangeboden bagger

minder zou zijn dan de capaciteit van de te graven putten (in de second opinion van Witteveen-Bos

van 30-1-06 als reële situatie geschetst) verviel.

Daarentegen werd de firma Smink toegezegd dat de bestaande vuilstortplaats met vijf meter mag

worden verhoogd om – als alternatief voor het niet aanleggen van een baggerstortlocatie –ruimte te

creëren voor het verwerken en storten van het te verwachten baggeraanbod.

Een aantal fracties was van mening dat hierdoor een welhaast unieke situatie ontstond: de firma

Smink liep geen bedrijfsrisico bij onvoldoende aanbod voor de te graven baggerputten, zij werd

desondanks in de gelegenheid gesteld om de aangeboden bagger op eigen terrein te verwerken en

ontving ondanks dat een schadevergoeding van de gemeente van bijna 14 miljoen euro. De gemeente

is daardoor, tegen een eerder uitgesproken besluit van de raad in, feitelijk verplicht om het gebied in

Vathorst-West een bouwbestemming te geven.

Voor de bewoners in Vathorst, Kattenbroek en Nieuwland is door dit besluit een unieke maar ook

zorgvolle situatie ontstaan. In plaats van het storten van bagger onder een afschermende waterlaag

wordt de bagger nu op een open berg gestort. De kans op verwaaien van schadelijke stoffen die in de

sterk verontreinigde bagger aanwezig zijn, neemt daarmee toe en is groter dan bij natte stort.

De procedure voor het ophogen van de vuilstort van Smink met vijf meter, waardoor ca. 900.000 m3

gedroogde bagger kan worden gestort, wordt binnenkort gestart.

 

Over bovenstaande situatie heeft de BPA de volgende vragen.

 

Vooraf hechten wij er aan in herinnering te brengen dat de te voeren procedures direct voortvloeien uit de procesafspraken oplossing baggerproblematiek Zevenhuizen d.d. 20 januari 2006 (instemming door  uw raad bij besluit van 28 februari 2006). Het alternatief van de stort van de bagger op de bestaande afvalberg brengt naar verwachting minder milieubelasting met zich mee dan de baggerstort Zevenhuizen. Door middel van het voeren van alle noodzakelijke wettelijke procedures en het voldoen aan de wettelijke normen bevorderen wij een maximaal maatschappelijk draagvlak.

 

 

 

Vraag 1) Kan het College meedelen wanneer de procedure voor het aanpassen van het

bestemmingsplan Lindeboom van start gaat?

Antwoord 1) De voorbereidingen voor het  aanpassen van het bestemmingsplan zijn gestart. De precieze start van de procedure is nog niet bekend, maar we streven naar een start in de eerste helft van 2008.

 

Vraag 2) Is het College bereid om bij de bestemmingsplanprocedure de bewoners van Vathorst,

Nieuwland en Kattenbroek op intensieve wijze te betrekken en hen, meer dan gebruikelijk is

bij een bestemmingsplanwijziging, gedetailleerd te informeren over alle gevolgen van het

storten van (gemiddeld) circa vijf meter gedroogde bagger op de bestaande vuilstortberg?

Antwoord 2) Het tijdig informeren van de belanghebbende bewoners van Vathorst, Nieuwland en Kattenbroek en het bieden van inspraak aan een ieder is een belangrijk aandachtspunt bij het voeren van de benodigde procedures (zie ook de beantwoording van vraag 4).

 

Vraag 3) Is het College bereid bij de provincie aan te dringen om ten aanzien van de procedure tot

wijziging van het Milieubeleidsplan en aanpassing van het streekplan de bewoners in

Amersfoort-Noord zeer tijdig en in elk geval intensiever dan gebruikelijk te betrekken?

Antwoord 3)Wij hoeven daar niet bij de provincie op aan te dringen. Het informatie- en inspraaktraject bij de te doorlopen procedures wordt door gemeente en provincie afgestemd en gezamenlijk opgepakt.

 

Vraag 4) Is het College bereid om, ook gezien de intentie tot het parallel voeren van procedures, op

korte termijn de bewoners in Amersfoort te informeren over de gemeentelijke en provinciale

procedures, hun samenhang en de beschikbare beroepsmogelijkheden?

Antwoord 4) Met de provincie is afgesproken een gezamenlijke informatieavond te houden. Tijdens deze avond wordt informatie gegeven over alle procedures, zodat een totaal verhaal gepresenteerd wordt. Tevens wordt duidelijk aangegeven op welke onderwerpen een inspraakreactie kan worden gegeven en wanneer, hoe en bij wie men dat kan doen. Voor deze bijeenkomst is nog geen precieze datum bekend.

 

Vraag 5) Is het College bereid om de bewoners in Amersfoort-Noord, indien zij hierom verzoeken,

extra bij te staan bij het organiseren van inspraak- en informatiebijeenkomsten, het eventueel

betrekken van externe deskundigen en alle andere acties die noodzakelijk zijn om tot een

maximaal maatschappelijk draagvlak te komen bij het realiseren van activiteiten die het

woonmilieu in hun woonomgeving nadelig kunnen beïnvloeden?

Antwoord 5) De inspraak- en informatiebijeenkomsten die nodig zijn voor het met goed gevolg doorlopen van het proces organiseren wij zelf (zie ook de beantwoording van vraag 3 en 4). Waar nodig betrekken wij ook zelf externe deskundigen.